Zorg voor onze leerlingen

Uw kind, onze leerling

Als je als volwassene omgaat met kinderen ben je aan het ‘opvoeden’, zowel thuis als op school. Wat je ook doet, je fungeert als rolmodel. Of je nu als ouder of als leerkracht kinderen opvoedt, je stelt jezelf vragen als ‘hoe begeleid ik dit kind in zijn ontwikkeling, wat doe ik en wat moet ik juist laten?’. Elk kind is uniek en ontwikkelt zich anders, zelfs binnen hetzelfde gezin. Opvoeden is boeiend maar ook spannend want de opvoeder doet ertoe. De opvoeding van kinderen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en school. Elk met een verantwoordelijkheid vanuit zijn eigen specifieke rol en taak en in een verschillende omgeving. U als ouder bent de ‘kindkenner’ bij uitstek, wij zijn de ‘leerlingkenner’.

Kinderen met extra onderwijsbehoeften

Elk kind is uniek en heeft een eigen ontwikkelings- en onderwijsbehoefte. In ons onderwijs willen wij aan die verschillen in behoefte tegemoetkomen. We willen kinderen zo min mogelijk afzonderen van de groep, in een uitzonderingspositie plaatsen of van een etiket voorzien. Wij spreken niet over dyslecten, ADHD-ers, hoogbegaafden of autisten die als groep op dezelfde wijze benaderd worden maar hebben het over kinderen bepaalde kenmerken hebben en elk een specifieke benadering nodig hebben.

De extra zorg die wij bieden aan kinderen met leer- en /of gedragsproblemen vindt plaats in de groep. Deze extra begeleiding wordt planmatig door de leerkracht uitgevoerd. De kwaliteitscoördinator ondersteunt de leerkrachten in de uitvoering. Soms hebben kinderen daarnaast nog aanvullende ondersteuning of begeleiding nodig.

De zorgstructuur op onze school functioneert als volgt:

In de school is er een samenhangend en overkoepelend onderwijskwaliteitsplan. In elke bouw is er een bouwplan en elke leerkracht analyseert met welke leerroutes er gewerkt gaat worden in de daaropvolgende periode. Dit wordt beschreven in het periodeplan. Het periodeplan (lijn van de leerkracht) geeft de kinderen ruimte om in eigen tempo en op verschillende manieren aan de doelen te kunnen werken. De leerkracht heeft daarnaast de mogelijkheid om met individuele kinderen persoonlijke en dus specifieke doelen te formuleren (lijn van het kind).

We willen de persoonlijke onderwijsbehoefte van het kind zoveel mogelijk ruimte geven en streven naar een beredeneerd aanbod met passende hoge verwachtingen van alle leerlingen. 

De groepsleerkracht maakt twee keer per jaar (aan het begin en halverwege het schooljaar) een overzicht van de opbrengsten van alle kinderen van haar groep. Hierin worden zowel observatiegegevens als toetsresultaten verwerkt. Op basis van dit overzicht wordt bepaald welke instructiebehoefte (instructieafhankelijk, instructiegevoelig of instructieonafhankelijk) het kind voor elk vak heeft.

Het onderwijsaanbod voor de periode die komen gaat wordt hierop afgestemd. Dit wordt ook vastgelegd. Per kind worden ook de stimulerende en belemmerende factoren in kaart gebracht. Dit groepsoverzicht bespreekt de groepsleerkracht met de intern begeleider tijdens de groepsbespreking.

De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het verzamelen, analyseren en registreren van alle relevante gegevens. De ontwikkeling van elk kind wordt gemonitord met behulp van verschillende digitale instrumenten.

Twee keer per jaar worden alle ouders uitgenodigd voor een gesprek over de ontwikkeling van hun kind. Deze oudergesprekken vinden plaats nadat het onderwijs een tijdje loopt (oktober) en halverwege het schooljaar (februari-maart). Tijdens het oudergesprek blikt de leerkracht met de ouders terug op de vorige periode en kijkt vooruit naar de volgende periode. Als ouders of school het nodig vinden om elkaar vaker te spreken worden extra afspraken gemaakt.
Als de groepsleerkracht problemen ervaart in de afstemming op de onderwijsbehoefte bespreekt zij dat met de kwaliteitscoördinator. Samen maken zij een plan van aanpak om tot een betere afstemming te komen.
Als blijkt dat de ontwikkeling stagneert brengt de groepsleerkracht de leerling in tijdens de bespreking met de kwaliteitscoördinator van de school. De groepsleerkracht brengt de ouders ervan op de hoogte dat hun kind in met de kwaliteitscoördinator besproken wordt.
Als na advies van de kwaliteitscoördinator nog steeds te weinig vooruitgang wordt geboekt kan de leerling besproken worden in het BSOT, het Brede School Ondersteuningsteam. Aan ouders wordt toestemming gevraagd om hun kind te bespreken in het BSOT. Het BSOT bestaat uit vijf vaste deelnemers: de kwaliteitscoördinator, de schoolverpleegkundige van de GGD, de gezinswerker van Buurtteams Nijmegen, de onderwijsondersteuner van Ondersteuningsplatform Nijmegen en de directeur van de school.

De directeur van de school is de voorzitter van het BSOT. Naast de vaste leden van het BSOT sluiten, afhankelijk van welke kind ingebracht wordt, nog andere deelnemers aan. Dit zijn in ieder geval de ouders en de groepsleerkracht van het kind. Als het nodig is kan ook een externe begeleider (logopedist, fysiotherapeut, remedial teacher) uitgenodigd worden. Voor kinderen die in het BSOT besproken worden, wordt een groeidocument bijgehouden.

Meer informatie over de zorg aan onze leerlingen vindt u in de schoolgids en het schoolondersteuningsprofiel. Meer informatie over ons beleid op het gebied van sociale veiligheid, vindt u in het plan sociale veiligheid.